Het zieke hart – deel 3

Symptomen zijn rechtstreekse uitdrukkingen van een zielewerkelijkheid. Het zijn geen toevalligheden, maar ze tonen met niets ontziende eerlijkheid aan waarom het eigenlijk gaat.

Het zieke hart – deel 3

Naar deel 2

Het psychosomatische verband met hartziekten

Kijken we nu bijvoorbeeld naar enkele typisch cardiologische symptomen en laten we proberen de eigenlijke psychische oorzaken te herkennen. Symptomen zijn een directe uitdrukking van een zielewerkelijkheid. Het zijn geen toevalligheden, maar ze tonen met niets ontziende eerlijkheid aan waarom het eigenlijk gaat.

 

1. Hartvernauwing, angina pectoris

Hartvernauwing is een symptoom dat altijd met angst gepaard gaat. De plotselinge “ijzeren klem” op de borst, die tot in de linkerarm uitstraalt, is het gevolg van een verharding en atherosclerotische vernauwing van de kransslagader, die bij mannen boven de 45 en bij vrouwen na de menopauze optreedt.

De hartvernauwing is het tot naar het lichaamsniveau verschoven zieleprobleem van de kleinhartigheid die moet worden opgelost. De beklemming laat de klem zien waarin de betrokkene vastzit, maar waarvan hij zich niet bewust is. Het zich samenkrimpende hart maakt de kramp zichtbaar en de strijd om de hart-aangelegenheden waarin hij verstrikt is zonder het voor zichzelf toe te geven. De lichamelijke nood remt hem af, om zijn opmerkzaamheid op zijn hartprobleem, op zijn kleinhartigheid te richten.

Alle maatregelen van de moderne cardiologie, zoals verwijding door een ballonkatheter, stent- of bypassoperaties, brengen snel hulp, maar zij verschuiven het probleem, als het niet van binnenuit wordt opgelost. Het hart roept om verwijding, het zou uit zijn verstening willen uitbreken, die de betrokkene door de jaren heen daarin liet ontstaan, doordat hij zijn emotionaliteit in een ijzeren greep hield.

Hij moet eerst erkennen dat zijn opgesloten hart hem op een doodlopende weg heeft gebracht, voordat een omkering en een opening mogelijk worden. Dat hij met zijn existentie-bedreigende situatie letterlijk “tegen de muur” staat, betekent voor hem een zware leeropgave. Daarbij hoort de naakte waarneming van de boodschap die in het psychosomatische besloten ligt. Daaruit kan zich dan de bereidheid tot een innerlijke omkering ontwikkelen.

Het hart dwingt de lijder aan angina pectoris niet alleen om alle uiterlijke activiteiten ogenblikkelijk te staken, en zich op het overleven te concentreren, maar het stelt hem ook voor de opgave zich naar het midden, naar het wezenlijke van zijn leven te wenden.

Vaak is het hart van de betrokkene afgestompt door teleurstelling, gelatenheid, bitterheid en zorgen, zodat het leven alleen nog maar als een last werd ervaren en de vreugde verdwenen is. Afgestompt zijn betekent tegelijkertijd dat de zielekracht beschadigd en de hoop verlamd is.

De sleutel tot zelfhulp ligt in de terugtrekking in het “hartkamertje” om in de stilte weer met de behoeftige ziel in aanraking te komen. Hierdoor wordt de innerlijke waarneming gescherpt, de aandacht groeit en de betrokkene kan weer een waakzaam instrument van de ziel worden, met een open, de ziel toegewend hart. Hij kan beleven hoe het hart weer gaat horen, hoe het de ‘toonloze stem’ van de zielenintuïtie waarneemt, waardoor hij zich in vol vertrouwen kan laten leiden.

 

2. Het hartinfarct

Het uiteindelijke einde in de doodlopende straat van de angina pectoris is het hartinfarct. Het heeft een treurige populariteit, want éénvijfde van alle gevallen eindigt met de dood.

Overleeft de betrokkene het, dan is een deel van zijn hart, zijn midden, dood, het draagt een litteken. Dat is een diep zielstrauma, waardoor echter tegelijkertijd een grote kans wordt geschonken tot een bewuste levensverandering die kan leiden tot de poort van het spirituele ontwaken.

Nooit treedt een hartinfarct zo onverwacht en plotseling op als het er op het ogenblik van de catastrofe uitziet. Het is onbewust allang voorbereid. Het hart is om zo te zeggen verstopt. Al lang liet de betrokkene geen gevoelens meer toe in zijn hart, nauwelijks ging hem iets ‘ter harte’ en hij merkte het niet eens. Hij sprak niet meer vanuit zijn hart. Deze onbewuste rigiditeit van het karakter vindt zijn symbolische uitdrukking in het lichaam: in het verharde hart en in de inflexibiliteit van de verkalkte kransslagader van het hart. De hartinfarct-kandidaat staat gelijk met zijn hart onder de hoge druk van een ‘vijandige’ omgeving en een grote concurrentie. Ter wille van zijn succes draait hij mee in het rad van eeuwige overbelasting en overgedisciplineerde prestatiestress.

Lukt het hem nu zijn hart wijd te openen en het hek af te breken dat zijn ego tegen de rest van de wereld heeft opgebouwd, dan volgt een wending van het lot in de richting van hartwarmte, vreugde en medegevoel. Als wij begrijpen dat het ons ego is dat bang is om zijn grenzen te openen, omdat het vreest zijn zekerheid of comfort te verliezen, dan verlaten we die isolatie en zelf getimmerde treurige eenzaamheid en openen we ons hart. Als men zich in liefde opent, komt men in resonantie met anderen en beleeft de eenheid voorbij de polariteit. Dat betekent gelukkig zijn, vervuld met het verheffende gevoel van dankbaarheid.

Het is onbegrijpelijk in welke mate de mensen zich – en met hun hun hart – heden ten dage ter wille van prestatie en succes, erkenning en geld, letterlijk laten verscheuren. Naast de hoge bloeddruk is het ook het gebrek aan ontspanning die de basis vormt voor een hartinfarct.

Uit deze wakker-schuddende ervaring kan het bewustzijn geboren worden dat het onophoudelijke zoeken naar erkenning en het daardoor sterker wordende verlangen deze door prestatie te verdienen, eigenlijk niets anders is dan het diepe verlangen lief te hebben en geliefd te worden.

 

3. Hartritmestoornissen

Een hart dat op hol slaat, een gejaagde hartslag, veroorzaakt door emotionele bewogenheden, is een alledaagse ervaring, die we allemaal goed kennen. Chronische hartritmestoornissen daarentegen zijn een teken dat de betrokkene zijn emoties niet meer beleeft, omdat hij ze zichzelf niet toestaat. Wie zich helemaal op zijn verstand verlaat en zich door emoties niet in het minst laat storen, die wordt door hartritmestoornissen gemakkelijk uit zijn routine gestoten.

Vaak zijn het starre wegen, onwrikbare regels en een ijzeren discipline die het leven van de betrokkene kenmerken. In zulke gevallen moet het hart plaatsvervangend “voor dwaas spelen” en uit zijn ritme raken.

De klassieke cardiologie zet hier bètablockers of tranquilizers in. Deze medicijnen – in acute gevallen symptoom-onderdrukkend en snel werkend – snijden het hart af van alle opwinding. Er treedt om zo te zeggen een psychovegetatieve ontkoppeling op.

Daarmee wordt de ziel die zich niet kon uitdrukken, pas werkelijk onttrokken aan het lichamelijke toneel, waarop zij zich vermanend zou willen tonen.

Bij een absolute hartritmestoornis is de hiërarchie van het ritme verloren gegaan. Verschillende, op onderscheiden plaatsen gelokaliseerde hartcellen proberen het hart hun ritme op te leggen. Zij zijn symbolisch uitdrukking voor onverenigbare strevingen, die het werk van het hart blokkeren. De centrale zingeving van de hartwerkzaamheid is verloren gegaan. Het levensconcept is om zo te zeggen in stukjes gescheurd, wat door het hart voelbaar tot uitdrukking gebracht moet worden.

Extrasystolen, het overslaan van een hartslag, een wijd verbreide soort hartritmestoornis, zijn om zo te zeggen struikelstenen op onze ritmische paden. Een impulscentrum dat eigenlijk ondergeschikt is, loopt vooruit op de sinusknoop, de ‘chef’ van de ritmische hartarbeid, en veroorzaakt een voortijdige hartslag, vaak weliswaar onaangenaam, maar onschuldig. De ziele-achtergrond laat zien dat de betrokkene uit het ritme geraakt is, zonder dat voor zichzelf te erkennen.

Hier gaat het erom te leren volgens de eigen individualiteit te leven en de weg naar individuatie bewust te betreden. Daartoe kan ook de weg naar een innerlijke autonomie behoren die niet in overeenstemming is met de maatschappelijke normen en de verwachtingen van de omgeving.

Aan iedere ontsporing van het hart ligt een ontsporing ten grondslag van een bereik dat raakt aan het levensmidden. De betrokkene zich van deze ontsporing bewust te laten worden is het eigenlijke bedoelen van het symptoom, om hem zo de kans te geven tot terugkeer naar de gezonde hiërarchie van het hart, zodat de ziel wederom de heerschappij over het eigen midden verkrijgt.

Alle hartsymptomen zijn ervoor bedoeld dat je weer naar het eigen hart gaat luisteren en de moed hebt je te richten op de ontmaskerende zelfkennis, die altijd ook een kennis van het hart is. Dan kunnen foutieve ontwikkelingen, vermijdingsgedrag, onderdrukking en zelf opgelegde dwangmatigheden onderkend worden, en kan zich het hogere inzicht in de opgave en zingeving die aan ons leven ten grondslag liggen, beginnen af te tekenen. De inspanning van het hart kan dan ophouden. Het hart hoeft ons niet meer, als in een toneelstuk, permanent onze levensproblematiek te presenteren.

De spirituele leraar Sri Aurobindo verheldert in verband hiermee:

Het gebrek, jezelf niet te kennen, is de oorsprong van al je kommer en grond van al je struikelen. Een volkomen vaas voor de godheid te worden, dit is de opgave, het doel van je zijn en de grond van je bestaan hier.

Deze woorden beroeren een niveau van de menselijke wezenheid die ver uitreikt boven de hierboven beschouwde psychosomatische verbanden van hartziekten.

Naar deel 4

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: juli 21, 2019
Auteur: Dr. Dagmar Uecker (Germany)
Foto: PublicDomainPictures via Pixabay

Featured image: