Hoe een film geboren wordt – en zich ontwikkelt – Deel 2

Interview met filmmaker Rüdiger Sünner

Hoe een film geboren wordt – en zich ontwikkelt – Deel 2

Naar deel 1

 

A.P.: Om een film te kunnen maken, is het nodig je intensief te verdiepen in de desbetreffende mens, of het nu om Rilke, Hammarskjöld of om iemand anders gaat – dit omvat reizen, eindeloze hoeveelheden gesprekken voeren, onderzoek doen en tenslotte dit alles toch grotendeels intuïtief samenvoegen tot iets nieuws, waaruit dan deze film ontstaat. Zou je nog iets over dit proces willen vertellen?
 
R.S.: Er ontstaat altijd iets compleet nieuws. Het is avontuurlijk. Ik heb een verhaallijn. Ik weet ongeveer wat er in de film gebeuren moet. Maar wat me telkens weer verbaast, is het ritme. Het ritme: wat, wanneer, hoe, wat volgt. Ik ken mijn scènes die ik gefilmd heb, ik ken mijn teksten die ik opgenomen heb enz., ik weet welke muziekfragmenten ik zou kunnen gebruiken. Soms wacht ik lang op financiering – het kan soms een half jaar duren om het geld bij elkaar te krijgen – dan heb ik altijd tijd, vaak ontstaat dan de filmmuziek.

Ik probeer veel geluiden uit, klanken, variaties, het kunnen op zichzelf staande geluiden zijn, het kunnen kleine melodieën of motieven zijn, het kan gewoon iets heel oppervlakkigs zijn, en ik denk dan: dat zou het kunnen zijn, dat zou daarbij kunnen passen, dat zou ik later hier of daar kunnen gebruiken; soms zelfs vóór het filmen, in deze fase tussen het schrijven van het draaiboek en de financiering in. Het filmen komt meestal pas daarna. En dan heb ik tientallen, honderden motieven, simpele geluiden, stemmingen op muziekniveau, waarvan ik echter nog niet precies weet wat wanneer komt, maar soms roept het ene het andere op. Soms vraagt een beeld om een geluid en soms vraagt een geluid om een beeld. Dat is een bijna magisch te noemen uitwisseling, het is mogelijk dat je een scène met een zeer specifiek geluid beëindigt en dat bij dit geluid het volgende beeld je alweer voor de geest staat. En met teksten werkt dat precies hetzelfde.

Tekst, geluid, beeld, dit zijn drie elementen die elkaar kunnen oproepen.

Ik voel me dan steeds meer een dienaar van de creatie, het is eigenlijk een plezierig slavenbestaan, want de film is allang de meester. Meestal al na een paar minuten. In het begin ben ik helemaal vrij, dan begin ik ergens aan, dat kan van alles zijn, maar na 10 minuten, na 20 minuten, 30 minuten – het wordt erger en erger – maakt het levende organisme dat een film is, mij duidelijk: dit werkt helemaal niet, vergeet het, ga maar in die richting. De film doet een suggestie, toont mogelijkheden. Ja, denk ik dan, dat klopt, nu komt het me plausibeler voor. Dan speel ik met alle mogelijkheden en als ik daarmee bezig ben, wordt meteen duidelijk: van de vijf mogelijkheden is er maar één de juiste.

De film accepteert dit dankbaar, hij gunt het me als het ware om op die voet door te gaan. Oké, je hebt het juiste gekozen, zegt hij tegen mij; dit zijn echt gesprekken.

Na 60 minuten is het overweldigend, maar ook mooi, omdat de film er al is, er is al iets gebeurd en hij heeft al een majestueuze autoriteit, deze film, er staat al een wezen tegenover me.

Dat geeft zo’n gevoel van geluk, als ik voel, je hebt veel dingen goed gedaan, dat leeft. Dus, er is iets dat sterk is tot nu toe, nu mag je geen fout maken, want als je nu een fout maakt, kun je alles vergeten. Dat gebeurt heel snel: een verkeerd geluid, een verkeerde tekst, een verkeerd beeld, een verkeerd ritme, en elke kijker – daar ben ik van overtuigd – zal dan opmerken:  Ah, maar dat was grappig, dat was niet goed! En dat kun je je eigenlijk niet veroorloven, dan haakt de toeschouwer af en drijft hij niet meer met de stroom mee. En daarom neemt de verantwoordelijkheid steeds meer toe naarmate de film vordert. Je hebt te maken met een wezen waarmee je voortdurend in dialoog bent.

A.P.: Maar dat is eigenlijk ook best leuk, omdat de levendigheid van een kunstwerk zich weer bewijst – wat voor soort kunstwerk het ook is.
Tot slot wil ik nog een andere vraag stellen: Ervaar je ook wat kunst met je doet – of het nu van jezelf is of kunst van anderen – dat het je ook persoonlijk drijft of inspireert, of op andere manieren vorm wil krijgen in je leven?

Kunst die de ziel voedt

R.S.: Ja, zeker. Ik denk dat ik zeggen kan, dat kunst de grootste schat van mijn leven is. Het bezig zijn met kunst – muziek, literatuur, schilderkunst – is sinds ik mij heugen kan een onmisbaar onderdeel van mijn leven. Ik kan me geen leven zonder kunst voorstellen. Daarom maak ik me ook zorgen, dat in onze samenleving kunst niet zo belangrijk wordt gevonden. Als ik op televisie naar culturele programma’s kijk, of dat nu modern theater of moderne literatuur is, zelfs films – er is zo weinig dat mijn ziel voedt, er is zoveel dat op applaus speculeert, zoveel concessies doet aan de tijdgeest, dat politiek effect moet hebben, dat niet langer meer voor brede uitleg vatbaar is zoals echte kunst, maar wat eenduidig is, één doel heeft, politiek effect moet hebben, op een manier die me soms echt bedroefd maakt.

Maar er is nog steeds de grote schat van de kunst uit de laatste eeuwen, die is zo gigantisch en door mij ook niet tot op zekere hoogte ontwikkeld. Gisteravond vond ik een schat op YouTube, want ik belandde in de uitzending van de prachtige serie, “Ontdek Beethoven”. Er vond een gesprek plaats tussen Joachim Kaiser, de grote muziekcriticus, en de dirigent Christian Thielemann, – één van de boeiendste dirigenten van onze tijd-, over de symfonieën van Beethoven, over de Pastorale en over de Eroika.

Het was zo ongelooflijk verlossend, bevrijdend en stimulerend, het gaf me zoveel kracht, en ik dacht, we hebben toch ook gewoon verdomd veel kracht nodig. Waar moet die kracht dan vandaan komen? In feite zouden er heel wat van dergelijke programma’s moeten zijn, maar dat is in de publieke media totaal niet het geval. Kunst heeft een vreemde alibi functie en moet altijd de tijdgeest vertolken om relevant te zijn. Maar opeens was deze symfonie van Beethoven zo relevant – op het moment dat deze twee grote muziekkenners erover spraken, was hij zo actueel en zo belangrijk dat de 200-jarige kloof niet de geringste rol gespeeld heeft. Voor mij is deze muziek ook een reservoir van troost en inspiratie, vooral in de huidige tijd.

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: juni 10, 2020
Auteur: Angela Paap (Germany)
Foto: AndreasN auf Pixabay CCO

Featured image: