Vegetarisme en zijn oorsprong – Deel 2: Van de Pythagoreeërs tot heden

Pythagoras nam het vegetarisme van de aanhangers van Orpheus over en ontwikkelde het tot een ethisch vegetarisme. Eeuwenlang werden mensen die geen vlees aten, geen vegetariërs genoemd, maar Pythagoreeërs. Vanaf de vroege Christenen tot in de 4e eeuw werden alcoholische dranken en vlees grotendeels afgewezen.

Vegetarisme en zijn oorsprong – Deel 2: Van de Pythagoreeërs tot heden

Naar deel 1

 

De Pythagoreeërs stonden bekend om hun speciale, strikte manier van leven, waartoe vooral voedingsregels en ethische principes behoorden. Plato benadrukt, dat ze er bij hen ook leefregels van Orpheus waren; hij vermeldt een verleden, waarin deze regels algemeen nageleefd werden.

Tot de normen behoorden, – tenminste bij diegenen, die tot de engere kring van de Pythagoreeërs behoorden – een ethisch gemotiveerd vegetarisme, dat verband hield met de zielsverhuizing en een daaruit voortvloeiende veronderstelde hogere inschatting van de waarde van het leven, inclusief dat van de dieren.

Veel argumenten voor een vleesloos dieet, die vandaag de dag nog geldig zijn, bestonden toen al. Aanvankelijk had het vegetarisch dieet vooral religieuze redenen. Pythagoras nam het vegetarisme van de aanhangers van Orpheus overr en ontwikkelde het tot een ethisch vegetarisme.

Eeuwenlang noemde men de mensen, die geen vlees aten “Pythagoreeërs” in plaats van vegetariërs. Ze werden tot in de Middeleeuwen vervolgd, verdacht gevonden en ook gedood.

Meer over de aanhangers van Pythagoras

Als Pythagoreeërs (ook wel Pythagoräer, in het oud Grieks Πυθαγόρειοι Pythagóreioi of Πυθαγορικοί Pythagorikoí) werden de aanhangers van een religieus-filosofische, politiek actieve school gezien, die Pythagoras van Samos in de 6e eeuw v. Chr. in Zuid-Italië oprichtte, en die enkele decennia na zijn dood nog bleef bestaan. In bredere zin wordt daarmee alles bedoeld, wat sindsdien de Ideeën van Pythagoras worden genoemd en tot een essentieel onderdeel van hun wereldbeeld is geworden.

Wat zeker is, dat er in een aantal Griekse steden in Zuid-Italië gemeenschappen van Pythagoras hebben bestaan, die zichzelf zagen als een sociale en politieke hervormingsbeweging en die massaal een beroep deden op de leringen van de oprichter van de school. Daarbij kwam het tot zware, gewelddadige conflicten, die plaatsvonden in de 6e eeuw v.Chr., met wisselend succes en tenslotte eindigden met nederlagen van de Pythagoreeërs. In de meeste steden werden ze gedood of verdreven.

De kosmos vormt een harmonische eenheid

Kenmerkend voor de Pythagoreeërs is de overtuiging dat de kosmos een harmonieuze eenheid vormt, die is opgebouwd volgens bepaalde numerieke verhoudingen, waarvan de afzonderlijke componenten ook harmonieus zijn gestructureerd, of, wat de menselijke levensomstandigheden betreft, harmonieus gestructureerd kunnen worden. Ze namen aan, dat op alle gebieden- in de natuur, in de staat, in het gezin en in ieder individueel mens- dezelfde getalsmatige wetten tot uitdrukking kwamen, dat overal evenwicht, harmonieuze eenheid na te streven was en dat de kennis van de relevante getalsverhoudingen een wijze, natuurlijke manier van leven mogelijk maakte.

Het streven naar harmonie beperkten ze niet alleen tot de menselijke maatschappij, maar breidden ze uit tot alle levende wezens, wat tot uitdrukking kwam in hun respect voor de dierenwereld.

De ziel is onsterfelijk

De leer van de onsterfelijkheid van de ziel behoort tot het oudste onderdeel van de vroege pythagoreïsche filosofie. Het is een van de belangrijkste overeenkomsten tussen de leer van Pythagoras en de leer van Plato, die elkaar in de loop van hun ontwikkeling hebben beïnvloed en bij sommige filosofen met elkaar versmolten zijn. De aanhangers van Pythagoras waren, net als de aanhangers van Plato, overtuigd van de zielsverhuizing. Daarbij was hun aanname dat er geen verschil was tussen de menselijke en de dierlijke ziel.

Net als vele andere filosofische richtingen pleitten de Pythagoreeërs voor het beheersen van de begeertes en dus ook voor een eenvoudige manier van leven en eenvoudige voeding. Dat ze elke luxe – vooral de luxe van kleding – verwierpen, kwam voort uit de algemene eis de juiste maat te bewaren en op die manier de harmonie te verwezenlijken.

Tot de kern van de oorspronkelijke leer van Pythagoras behoorde het vegetarisme. Het werd gezien als “Onthouding van het bezielde”.

Het “dieet van Pythagoras” bestond uit brood, honing, granen, fruit en groente.

Men streefde ernaar het lichaam te harden, terwijl ook de muziek een grote rol speelde.

Vegetarisme onder de vroege Christenen

Vroege geschiedschrijving toont aan dat veel van de vroege Christenen vleesloos leefden. Tot in de 4e eeuw werden alcoholische dranken en vlees grotendeels afgewezen. Tertullianus, de oudste Latijnse kerkschrijver, verklaarde rond het jaar 200 dat de “ware Christenen” vegetarisch leefden.

Paulus daarentegen at graag vlees en maakte in zijn brieven deze vraag tot een thema. Er vond een ommekeer plaats met ernstige gevolgen, toen de Romeinse keizer Constantijn in de 4e eeuw het Christendom tot staatsgodsdienst verhief. Zelf wilde hij vlees en wijn niet opgeven. In 325 riep hij het concilie van Nicea bijeen en gaf aan de geleerden de opdracht de vele vroegchristelijke documenten over let leven van Christus te “sorteren” en te “corrigeren”. Naast vele uitspraken werden ook diegenen, die geen vlees aten hiervan het slachtoffer. In de verdere ontwikkeling kwam het zover, dat de grote kerkleraar Thomas van Aquino (1225-1274) verklaarde, dat het doden van dieren door de voorzienigheid toegestaan was, omdat dieren geen ziel hadden.

Een renaissance in de 19e eeuw

In de 19e eeuw beleefde het alternatieve en vleesloze dieet een soort renaissance en het begrip “Pythagoreeër” ging over naar het begrip “vegetariër”. Augustus Bebel ( schrijver en medeoprichter van de Duitse Sociaaldemocratie) verklaarde:

Blijkbaar, naarmate de cultuur toeneemt, neemt het plantaardige voedsel de plaats in van vlees.

De vegetarische manier van leven kon zich door middel van de zogenaamde hervormingsbeweging vestigen. De toenemende welvaart en de door de industrialisering optredende negatieve effecten op de gezondheid en het milieu konden een nieuw bewustzijn doen ontstaan, dat veel mensen in onze tijd er de doorkeur aan geven zelfs een volledig diervrije manier van leven (veganisme) te hebben.

De intussen modern geworden vleesloze eet- en leefstijl, die geassocieerd wordt met gezondere voeding, betekent ook vaak, een aanklacht tegen de massale veeteelt, milieuschandalen en ook tegen de schadelijke stoffen in de voeding voor de dieren. Onze crisissituatie kan er aan meewerken, de waarde van het leven opnieuw te ontdekken en misschien zelfs ook wel de eenheid van al het leven.

 

Appendix:

Bekende aanhangers van een vegetarische levensstijl

Bekende aanhangers van de vegetarisch levensstijl van de oudheid tot nu waren o.a.:

Zarathustra/Zoroaster, Pythagoras, Boedda Siddhartha Gautama, Socrates, Diogenes van Sinope, Aschoka, Horaz, de Christelijke apostelen Petrus, Johannes en Mattheüs, Seneca de Jongere, Lucius Annaeus, Plutarchus, de profeet Mohammed, Leonarda da Vinci, Sir Isaac Newton, Francis Sand, Wilhelm Max Oscar, Bircher Benner, Mahatma Ghandi , Albert Einstein (tegen het einde van zijn leven), Yehudi Menuhim, de Dalai Lama.

Professionele atleten zoals Carl Lewis, Edwin Moses, Martina Navratilova, Bill Pearl )basketballer), Sean Yates )wielrenner), Abele Ridgely (wereldkampioen karate,) Andreas Cahling (Zweeds body builder), Roy Hinen (triatlon), Numo Paavo ( 22 wereldrecords).

Acteurs als Richard Gere, Jean-Claude Van Damme,

De ex -beatles Sir Paul McCartney en Sir Ringo Starr………

 

Bron:

Armin Risi and Ronald Zürrer, Vegetarisch leben, Zürich, 10. Auflage 2012, S. 134 ff.

Print Friendly, PDF & Email

Deel dit artikel

Artikel informatie

Datum: maart 17, 2021
Auteur: Graziella Pinna (Germany)
Foto: Photo Marzena P. Pixabay CCO

Featured image: